Historie

De naamgever van Spaensweerd is de familie Spaen. Deze uit Duitsland afkomstige landadel heeft 1326 Spaensweerd gesticht. Het oorspronkelijke Spaensweerd bevond zich iets ten oosten van het huidige huis aan de andere kant van de Ijssel op een plaats die ook nu nog bekend staat als Spaensweerd. Dit land aan de andere kant van de IJssel behoort eveneens tot het kerspel Brummen. Het is daarom waarschijnlijk dat beide delen bij elkaar hebben gehoord en de stroom van de IJssel voor de 16e eeuw het land van Spaensweerd in tweeen heeft gesneden. Spaensweerd was in de 15e eeuw inmiddels door overerving overgegaan op het Geldersche geslacht Cloeck. Deze familie heeft het aan de andere kant gelegen deel van Spaensweerd 1556 in leen gegeven aan de familie Goltstein. Dit deel wordt dan “De halve Spaensweerd”genoemd. Jonkheer Goltstein heeft ca 1640 de op de plaats van het huidige Spaensweerd de aanwezige bebouwing vervangen door een stenen huis. Deze bebouwing is in 1835 door de familie Voet Pannenkoek uitgebouwd tot het huidige neo-classicistische huis.

Tijdladder historie Spaensweerd
1326 Johannes Spaen wordt door de Graaf van Gelre beleend met Spaensweerd (als een erfdienst zadelleen) – Gelders Archief Arnhem.

Goederen leenroerig aan Spaensweerd:

  • de Beijdelkamp bij Zutphen,
  • het Goed Eernst tot Eerbeek,
  • de Gouden Gespen, richterambt Steenderen,
  • de Horsteler Camp, het Haverslag en Hofstede,
  • het Goed Illinck tot Eerbeek, kerspel Halle,
  • de Koemate gelegen in de Spaensweert,
  • tienden over de goederen Hassinck, Roerdinck en Wacherinck in Vorden,
  • het Goed Frouwinck in Overijssel, richterambt Merkeloe,
  • het Goed Lacinck in Merkeloe,
  • het Goed Lutteke Brummen.
1378 Willem Spaen, ontfengt ’t goet geheiten Spaensweert, gelegen in den kerspel van Brummen, te dienstmansrechte anno 1378.
1390 Godert Cloeck, geboren -omstreeks 1363, zoon van Riquinus Cloeck en Anna van Bronckhorst, trouwt omstreeks 1390, circa 27 jaar oud met met Aleid Spaen, geboren omstreeks 1368, circa 22 jaar oud, dochter van Willem Spaen en Geertruid van Dorth. Willem Spaen heeft drie kinderen. Hij woonde op “de Spaensweert”.
1400-1654 Alijt Spaens, huysfrou Gaidert Cloecks, erve hares vaders Willems, ontfinck een goet, geheiten Spensweert, met allen sijnen tobehoren, bij Bronckhorst in den kerspel van Brymmen gelegen, tot eenen erffdienstleene, met eenen perde te verhergewaden, met den huyse, have, beleende mannen, daerto behorende, ende vischerien, anno 1400.

Rycquyn Cloeck ontfinck Spaensweert met den middelweert, also die met alle heuren tobehoren bij Bronckhorst gelegen sijn, tot eenen sadelgoedes leenrechte, anno 1415.

Rycquyn Cloeck tuchtigt sijn vrou Mente, ende so sij verandersaet, sal sij te tucht hebben nit meer als 40 alde Franckrijckse schilden sjaers, anno 1456.

Rycquyn Cloeck vernijt eedt van Spaensweert met allen sijnen tobehoren, on den kerspel van Brummen gelegen, daer naest gelant is mijn joncker van Bronckhorst an d’een ende heer Arnt van Middachten an d’ander sijde, tot eenen Zutphenschen sadelgoets leenrechten, met eenen perde te verhergewaden, 8 Oct. 1473.

Cracht Cloeck, erve sijnes vaders Rycquyns, anno 1476.

Cracht Cloeck, vernijt eedt, 5 Sept. 1481.

Cracht Cloeck, tuchtigt sijn vrouw Belye van Mekeren an huys ende hofstat met allen timmeringen ende huysraden op den Spaensweert, daerto 60 heerenponden uut den weerdt; so hij kinder bij haer nalaet sal sij te tucht holden huys, hofstat, timmeringe, huysraet ende 50 heerenponden; so sij herhylickt, sal die tucht uut sijn, alleen holdende 60 heerenpond jaerlyx.

Cracht Cloeck, vernijt eedt, 1493.

Gijsbert Cloeck, erve sijnes vaders Crachts, erft op sijn moder Belye van Mekeren, anno 1515, Gerard van Broeckhusen is hulder.

Henrick Cloeck, bij transport sijner moder, Belye, anno 1517.

Henrick Cloeck, vernijt eedt, anno 1538, 7 julii 1544.

Cracht Cloeck, erve sijnes vaders Henrix, 14 maii 1555.

Cracht Cloeck, vernijt eedt, 3 junii 1556.

Henrick Cloeck, erve sijnes vaders Crachts, 24 maii 1592.

Helena Cloeck

Helena Cloeck

23 juli 1612 Helena Cloeck, bij opdracht hares vaders Henricks beleent met een goet, geheiten Spaensweert, met huyse, have, beleende mannen ende vischerien ende alle anderen sijnen tobehoren, in Veluwesoom, in den kerspel van Brummen bij Bronckhorst gelegen tot Zutphenschen sadelleensrechten, dem vader sijn tucht daeran voorbeholden, 23 julii 1612.

Helena Cloeck, tucht haren man Herman van Heukelom, onvermindert des vaders tucht, 15 Aug. 1614.

Helena Cloeck, laat haren man eedt vernyen, 10 Sept. 1624.

Helena Cloeck, weduwe, laat eedt vernieuwen door Derck Dibbets, 16 Oct. 1629.

Hendric van Heukelum, bij opdracht sijnner moeder Helena Cloecks, voorbehouden de moeder de tucht oer leven lang, beleent 15 aprill 1646.

Helena Cloeck, erve haeres soons Henrick van Heuclum, beleent 22 Sept. 1654.

Ernst Valentijn van Loben, soon van Helena Cloeck, bij opdracht Helena voors. mits die tucht daeraen beholdende, beleent.

20 aug 1581 Johan van Goltstein beleend met de Halve Spaensweert uitgezonderd, huis hof en appendities.
13 juni 1592 Johan van Goltstein door Hendr. Kloeck Krachtssoon beleend met den Halve Spaensweert uitgenomen de Saelweer, namelijk huis hof en alinge toebehoor.
4 mei 1616 Johan van Goltstein verzoekt approbatie van huwelijkse voorwaarden van zijn zoon Willem van Goltstein en diens huisvrouw Maria Catarina van Wees opgerigt 27 maart 1616.
30 juli 1623 Johan van Goltstein overleden
20 maart 1625 Willem van Goltstein tuchtigt zijn huisvrouw Maria Catarina van Wees met het leen van de Halve Spaensweert
20 maart 1625 Willem van Goltstein verbuyt dezelfde dage met de Landschap van Gelder een halve Rijsweert tegenover Bronckhorst gelegen en behorende tot dit leen tegen twee percelen het Richtersland en Legenoort (zie eerder in H.M.Werner)
25 jan 1631 Willem van Goltstein overleden, denkelijk dat zijn zoon Jacob beleend is geworden met de Halve Spaensweert. Huisvrouw Maria Catarina van Wees is hertrouwd met Jean Pierre de la Hitte d’Armoise en haar rechten vervallen.
17 jan 1646 Het leen van de Halve Spaensweert wordt 17 januari 1646 weder met de andere Halve Spaensweert verenigd.
1646 Kaart Spaensweert en directe omgeving, Het oosten boven. Met notitie: Anno 1646 in de winter den Spaensewert voor Jr. Golstein gemeeten. Kaart door Nicolaes van Geelkercken persoonlijk en met de hand gemaakt.

Door de bekende Nederlandse cartograaf Nicolaes Geelkercken in opdracht van Jonkheer Goltstein getekende kaart van Spaensweerd ca 1650.

1738 Overdracht van de helft van Spaensweerd aan Ernst van Loben Sels.. [NL-ZuRAZ, Van Löben Sels, 0302, inv.nr. 219]
1746 Jannes van Dueren bewoont Spaensweerd [Lijst van ingezetene dorp Brummen, t.b.v. de inning van gemene middelen, 1746-1747,archiefnummer 2001,inventarisnummer 64]

Bewoner Spaensweerd 1747

3 oktober 1826 Verkoop en overdracht van het buitengoed “De Spaensweerd” te Brummen met bijgebouwen, tuinen en een perceel bouwland aan Josua Marinus de Kruijff door notarieel geregistreerde Pieter Hondius [NL-ZuRAZ, archiefnummer 2068,inventarisnummer 19 ,aktenummer 1245]
1835 Grootschalige verbouwing van Spaensweerd door Gerard Voet Pannekoek. Gerhard Voet Pannekoek (kapitein, 1790-1841) geboren in Harderwijk, is in 1817 in Leerdam getrouwd met Willemina Johanna Klerck (1788-1871). Gerhard Voet Pannekoeck overleden 22-3-1841 in Wageningen als oud-kapitein. Zijn weduwe, Johanna Klerck, bericht 7 februari 1853 het overlijden van haar aangetrouwde tante Aleida Voet op de leeftijd van 85 jaar.Geen kinderen bekend.
1864-1867 Jeanne (‘Jenny’) Merkus was in de de jaren zestig van de 19de eeuw samen met Catharina Felicia (‘Cato’) van Rees eigenaar-bewoner van de historische buitenplaats Spaensweerd. Van Rees was toen reeds bekend als feministe/componiste/romanschrijfster. Jenny Merkus werd later bekend als feministische avonturier die op Balkan meevocht.

De Tijd (Amsterdam), nr.8743, 28.3.1876 (p.1), Buitenland. Algemeen Overzicht.[..] Onze met den herzegowiner opstandeling Ljubibratics  gearresteerde landgenoote, mej.Jeanne Merkus – die, naar men wil, eenigen tijd het geldersche dorp Brummen bewoonde – is uit Lintz, hare tijdelijke plaats van internering, ontvlucht, en, blijkens de laatste telegraphische berichten, reeds te Belgrado aangekomen, waarbij zij door de bevolking met groote geestdrift is ontvangen. In de correspondentie van 21 jl uit Weenen aan de Times komt een bericht voor, dat mej. Merkus een verzoek van bescherming gericht had tot den nederlandschen gezant aldaar, en deze hieraan gevolg gevende, van regeringszijde was verwittigd, dat de dame niet als gevangene beschouwd werd, en gaan kan waar ze wilde. Hoe dit te rijmen is met het bovenstaande, is ons niet recht duidelijk.

 12b Cato van Rees met haar volkslied 12a. Haags Gemeentearchief

1875 Cato van Rees  bewoonde samen met Jenny Merkus Spaensweerd. Cato was een van de eerste feministes van Nederland en schreef o.a. het volkslied van Transvaal. Catharina van Rees (1831-1915) verzuchtte in 1901 tegen Elise van Calcar:

Het Transvaalsche Volkslied heeft mij zóóveel leed bezorgd, dank zij Hollandsche geldzucht, naijver en onverschilligheid, dat ik ‘t liever niet gemaakt had”  

Wat had het volkslied voor de componiste en feministische schrijfster wel niet teweeggebracht, om aan haar deze verbitterde uitspraak te ontlokken? Wanneer Thomas Burgers, als president van de Zuid-Afrikaansche Republiek, in 1875 in Europa op zoek gaat naar een lied dat zijn volk vol trots kan meezingen, gaat Catharina van Rees enthousiast aan de slag. Nog geen maand later kan een tevreden Burgers, waarmee de componiste al lang bevriend is, het voltooide werk meenemen naar Afrika en wordt het tevens ter uitgave afgeleverd bij muziekhandel H. Rahr in Utrecht. Schijnbaar tegen de afspraak in ontvangt Van Rees niets van de opbrengst van het volkslied, en publiceert Rahr zonder toestemming van de componiste nog meerdere drukken. Door enkele misverstanden wordt het Transvaalse Volkslied bovendien al snel beschouwd als publiek eigendom. Vanaf dat moment wordt het lied vaak zonder vermelding van Van Rees’ naam verspreid, tot grote, openlijke frustratie van de componiste zelf:

“Nooit heb ik iets anders van mijn lied genoten, als de voldoening, dat ik het gemaakt heb; mij deze eenige vergoeding ook nog te ontnemen, is stuitend en tevens anti-nationaal.”

Wat volgt is een situatie van verwarring rond het auteurschap van het Transvaalse volkslied die vele decennia voortduurt. Zo ‘verbetert’ in 1901 een journalist van Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië zijn collega bij de Java-bode: het volkslied is toch echt geschreven door Catharina van Rennes!

photo 1

En wat voor een feministe als Van Rees misschien nog wel het meest onuitstaanbaar is geweest: uiteindelijk wordt het lied toegeschreven aan de bekende – mannelijke – componist Richard Hol. Het officiële volkslied van Transvaal is het dan al lang niet meer: in 1876 is het lied al door een andere compositie vervangen, en Burgers’ Republiek bestaat niet meer. Als haar kennissenkring (met bekende namen als Betsy Perk, Elise van Calcar en Top Naeff) Catharina van Rees ter ere van haar 70ste verjaardag ƒ150,- achterstallig Nederlands honorarium voor het Transvaalse volkslied ter beschikking stellen, maakt de schrijfster in de Arnhemsche courant bekend deze “kleine geldsom […] ter beschikking te stellen van de ijverige helpers der heldhaftige, wreed gepijnigde Boerenvrouwen in Zuid-Afrika.”. De gedane schade is voor Van Rees duidelijk niet meer te repareren.

photo 2

Ondanks dat Catharina van Rees nog meerdere keren haar frustratie uitspreekt, en het volkslied zelfs nog opnieuw – mét haar naam op het titelblad – laat publiceren in Duitsland, komt het tussen haar en het volkslied nooit meer helemaal goed. De gezaaide verwarring over de oorsprong van het Transvaalse volkslied blijkt zo hardnekkig dat in verschillende online databases en zelfs in een artikel gepubliceerd door de Volkskrant in 2000 (!) Richard Hol nog altijd als componist wordt aangewezen (al krijgt Van Rees hier wel credits voor het schrijven van de tekst).

Bron: Groot, Janouk de, Een hardnekkig volkslied, Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, http://travellingtexts.huygens.knaw.nl/?p=651

1 april 1873 tot 1895 Vanaf 1 april 1873 was er in “Spaensweerd” al de zgn Franse school gevestigd, waarvan de heer Balthazar Jan von Pritzelwitz van der Horst directeur was. In feite was het een MULO-school, waar o.a. ook Frans geleerd werd. De heer Pritzelwitz bezat bevoegdheden voor het geven van onderwijs in de Duitse, Franse en Engelse taal, alsmede Wiskunde. Hij werd in het geven van onderwijs en opvoeding bijgestaan door de hulponderwijzers, de heren Fellinga en Burgers. Het was een jongenskostschool, waarvan de interne leerlingen ook gehuisvest waren in het “Polderhuis” aan de Zutphensestraat. Echter, ook de wat welgesteldere boeren uit de omgeving vertrouwden de heer Pritzelwitz hun zonen toe.

Schoolfoto Spaensweerd

Pritzelwitz annonce

Pritzelwitz kostschool

Oa. In 1913 Dr. Unia Stein Parvé. Gaf toestemming om kermis op terrein te houden.

Ansichtkaart van voor de herinrichting van de tuin, waarschijnlijk ca 1910

Ansichtkaart van voor de herinrichting van de tuin, waarschijnlijk ca 1910

1920 Na 1920 kwam het landgoed Spaensweerd in bezit van E.W. gravin van Rechteren Limburg, die gehuwd was met Mr. W.P.graaf van Bylandt, opperhofmaarschalk van koningin Wilhelmina. Elisabeth Wilhelmina (Betsy) gravin van Rechteren Limpurg, geb. huis Almelo 8 jun 1864, overl. Lausanne (Zwitserland) 14 jan 1951, huwt Ambt Almelo 29 okt 1885 mr. Willem Peter graaf van Bylandt, zoon van Charles Malcolm Ernest George graaf van Bylandt en Adelaide Petrowna Yasikoff, geb. St. Petersburg (Rusland) 22 aug 1853, referendaris van het Kabinet der Koningin, kamerheer der koningin in buitengewone dienst, opperhofmaarschalk, overl. ‘s-Gravenhage 15 mei 1924.

Gravin van Rechteren Limpurg


Gravin Van Rechteren-Limpurg reikt de prijzen uit aan de koningen en koninginnen van het ringsteken en het vogelschieten (1926)

Uitreiking prijs door Gravin van Rechteren Limpurg

8 januari 1926 Uitzonderlijk hoogwater in 1926. Dijk in Cortenoever doorgebroken en in Brummen staat het water of tot aan de rand van de dijk of lager gelegen gebieden lopen zelfs onder. Foto genomen vanaf de toren van de Oude Kerk in de richting van de IJssel over de Bronkhorsterweg. Het stukje weg bij de huizen rechts onder heet nu (2013) Gravenstraat. Tussen de bomen rechts buitenplaats Spaensweerd en links buitenplaats Ruimzicht (nu 2013 Wijde Landen genaamd), beiden zijn Rijksmonument. Aan de weg staat Bronkhorsterweg 11.

Hoogwater 1926

1928 De familie Reesink huurt en bewoont Spaensweerd

Bij zwembad De Hank. Badmeester Wunderink, de kinderjuffrouw van de familie Reesink van de Spaensweerd en drie kinderen van de familie Reesink: Adrie, Odilia en Toet

Bij zwembad De Hank. Badmeester Wunderink, de kinderjuffrouw van de familie Reesink van de Spaensweerd en drie kinderen van de familie Reesink: Adrie, Odilia en Toet

1947 Reesink koopt Spaensweerd
1958 In 1958 werd ir. A.H. IngenHousz (oud directeur van de Hoogovens) huurder
1985-2012 De familie Hummelen bewoont en restaureert Spaensweerd en haar tuinen en exploiteert Spaensweerd als hotel.
1995 In januari 1995 stromen grote delen van het rivierenland onder. Spaensweerd blijft net gespaard, maar het water komt tot aan de rand van het huis.

Spaensweerd - overstroming januari 1995

2012-heden Spaensweerd wordt particulier bewoond.